Samen tegen armoede in BoTu
Woensdagochtend, tien uur. Een bewoner van de wijk Bospolder/Tussendijken (BoTu) klopt op het raam van weggeefwinkel Yess. In het souterrain opent vrijwilliger Rebecca (31) het venster en overhandigt coronaproof een bruin brood aan de vrouw op straat. Even later schuift Rebecca aan tafel bij Nel (76). Samen schrijven ze naamkaartjes voor wijkbewoners die in aanmerking komen voor een maandpakket met houdbare levensmiddelen.
Pionier Nico van Splunter schenkt koffie en snelt de trap op naar de bovenste etage van het pand. „Hoe hoger we zitten, hoe rustiger.” Zijn programma liep tot nu toe anders dan gepland. Hij wilde deze ochtend eerst online een raadsvergadering volgen, maar al vroeg stond er een vrouw op de stoep uit Schiebroek. „Ze had het laatste saldo op haar ov-chipkaart gebruikt om hierheen te komen, omdat ze had gehoord dat ze bij ons eten kon krijgen. Kort daarvoor was ze ten einde raad en had ze een eind aan haar leven willen maken.” Na deze ontmoeting vroegen twee andere bezoekers met problemen Van Splunters aandacht.
Buurt schoonmaken
In 2010 begon Van Splunter als pionier bij Geloven in Spangen, ontstaan vanuit de hervormde gemeente Delfshaven (Pelgrimvaderskerk) en de IZB, vereniging voor zending in Nederland. Het missionaire project groeide uit tot een zelfstandige gemeente, met een eigen voorganger, Martijn de Jong. Vanuit Spangen ging begin dit jaar het dochterproject Geloven in BoTu van start. Sindsdien is Van Splunter in dit deel van Rotterdam-Delfshaven actief.
In deze context wil Geloven in BoTu missionair en diaconaal present zijn. „We hopen niet alleen dat mensen tot geloof komen, maar willen ook impact hebben in de omgeving. Daarom bieden we zwemlessen voor vrouwen aan, koken we voor bewoners en maken we de buurt schoon.”
Van Splunter was amper in BoTu actief of de coronacrisis brak uit. Samen met anderen richtte hij het platform Delfshaven Helpt op, waarbij tachtig organisaties betrokken zijn. In maart ging een boodschappendienst van start voor mensen die het huis niet uit konden. „In twee weken tijd hadden we 650 vrijwilligers, onder wie jonge hoogopgeleiden die wat tijd over hadden omdat de hockey niet doorging.”
Door „goede contacten met mensen met geld” slaagde Van Splunter erin 1040 laptops te financieren, voor gezinnen in armoede die hun kinderen ineens thuis online onderwijs moesten laten volgen. Het bleek even hard nodig als het verstrekken van een levensmiddelenpakket aan 750 gezinnen. Sommige waren door de armoedegrens gezakt doordat de paar tientjes die een van de ouders wekelijks verdiende door zwart te werken in de schoonmaak ineens wegvielen.
Van Splunter klopte bij de woningcorporatie aan zei: Ik zoek een plek voor een pop-up winkel. „Een dag later werd ik gebeld: We hebben een pand dat je tot september gratis kunt gebruiken.” In korte tijd ging in het voormalige verenigingsgebouw, dat zes jaar leeggestaan had, de weggeefwinkel Yess van start, als project van Geloven in BoTu. Sinds september huurt de kerk deze locatie.
Verhalencafé
„Zes dagen is dit een winkel en op zondag een kerk”, zegt Van Splunter. Dagelijks worden er bij Yess zo’n 150 broden uitgedeeld, gedoneerd door een plaatselijke supermarkt en bakkers uit de regio Delft. Geregeld worden er ook verse producten zoals komkommers verstrekt. Behalve armoede wil Yess eenzaamheid bestrijden. Ouderen of andere wijkbewoners zijn –vanwege corona in zeer kleine groepjes– welkom bij diverse activiteiten. „Vanmiddag hebben we een verhalencafé. Dan komt er iemand iets vertellen over ons dagelijks brood en ik spreek over het wonder van de broodvermenigvuldiging door Jezus.”
De pionier heeft niet alleen oog voor acute nood, maar wil mensen ook op lange termijn perspectief bieden. Geregeld verwijst hij bezoekers door naar het maatschappelijk werk. Helpers uit de wijk, die veelal zelf armoede kennen, krijgen geen financiële vrijwilligersvergoeding, maar kunnen een cursus volgen. „Aan het begin vraag ik altijd: Wat is je droom? Dan hoor ik soms mooie dingen. De een wil kok worden, de ander begrafenisondernemer. Wij bieden hun mogelijkheden om zich te ontwikkelen, door middel van een taalcursus, communicatietraining en dergelijke.”
Een groot deel van de week is Van Splunter vooral praktisch bezig. „Maar tussendoor ben ik ook pastor. Mensen weten dat en kloppen geregeld met pastorale vragen bij me aan.” In deze decembermaand kunnen wijkbewoners niet alleen voor levensmiddelen bij Yess terecht. „We stoppen geen Bijbels of evangelisatiefolders in een voedselpakket, maar hebben wel 400 adventtasjes gemaakt. Mensen weten dat deze tasjes er zijn en vragen er zelf om als ze hier komen of bestellen een exemplaar via onze website. Er zit onder meer een adventboekje in met voor elke dag een Bijbeltekst en een stichtelijk woord.”
Van Splunter beweegt zich ontspannen tussen de bezoekers. „Ik kan geen mensen bekeren, dat doet God. Maar ik kan wel voor hen bidden, en dat doe ik ook.”
Dit artikel is origineel gepubliceerd in het RD. Het artikel is geschreven door Michiel Bakker en de foto’s zijn van Anton Dommerholt.